Het is maandagavond half acht, het regent een beetje en het wordt al donker. Ik doe de voordeur alvast op slot. Na een warme douche trek ik een joggingbroek en trui aan en plof op de bank om een filmpje te kijken met Partner. We zitten net een half uur als de bel gaat.
Ik twijfel. Partner doet sowieso de deur niet open en ik doe dat liever ook niet, maar door het keukenraam naast de voordeur kun je zien dat de tv aanstaat en dat we dus thuis zijn. Ik sta op, loop naar de voordeur en probeer de deur open te doen. Sjit, ja die zat dus al op slot.
“We waren eigenlijk al gesloten”, zeg ik glimlachend tegen de vrouw met de collectebus. Braaf gooi ik wat in de bus en ze vertrekt. De deur gaat weer op slot.
“Kunnen we geen bordje ‘gesloten’ voor het raampje van de voordeur hangen?”, vraag ik aan Partner. “Dan weten mensen dat we niet meer open doen.”
Partner kijkt me aan en schudt zijn hoofd. “Nee, dat doen we niet.”
“Wat dan, doen we gewoon niet meer open als we al hebben afgesloten?”
Een week zonder kaas
Ik moet denken aan de tijd dat de kaasboer nog aan de deur kwam. Soms belde hij nog om tien uur ’s avonds aan en dan lig ik vaak al op bed, tenslotte gaat om zes uur de wekker alweer. Toen de kaasboer geen gehoor kreeg klopte hij op het raam en hij belde nog een paar keer aan. Uiteindelijk ging ik flink geïrriteerd naar beneden. Ik opende de deur en bromde dat hij na negen uur niet meer hoefde aan te bellen. De kaasboer was doodsbenauwd geweest dat we het een weekje zonder kaas hadden moeten stellen. Dat was natuurlijk ook verschrikkelijk geweest.
Nu even niet!
Het is inmiddels een gegeven dat als ik de voordeur vroeg afsluit er altijd nog iemand aanbelt. De sticker naast de bel die aangeeft dat we geen verkopers aan de deur willen helpt wel, maar er staat ook op dat we wel open doen voor collecte. Ik verwachtte niemand meer, er komt ook nooit iemand onverwachts op bezoek, en ik sloot af.
Nog geen half uur later werd er aangebeld. Het keukenlicht brandde, de computer stond aan op de keukentafel en ik zat op de bank middenin een ingewikkeld stukje haken.
“Nu even niet”, mompelde ik. Ik haakte gewoon verder. De beller belde nog een keer en ik hoorde gestommel op zolder. Zou Partner nou helemaal naar beneden komen om open te doen? Maar nee.
Ik begon me schuldig te voelen, wat als het een van de buren was met een belangrijke mededeling. Of de postbode met een pakje waarvan ik niet meer wist dat ik het besteld had. (Beide zijn nog nooit eerder voorgekomen.) Ik hield mijn adem in en bleef zitten op de bank. Even later hoorde ik bij de buren de bel gaan. Pfff, gelukkig er gebeurt dus helemaal niets als je een keer de deur niet open doet.
Wat zou het toch geweest kunnen zijn? Ik ben toch benieuwd of het geen pakje is geweest dat nu bij de buren ligt.
Dat zou zomaar kunnen. 🙂
Het was vast wel weer een collecte voor het een of ander. Het zal wel de tijd van het jaar zijn. Ik had laatst iemand die voor een ziekenhuis in Gouda (??? ik woon in Friesland!) aan het collecteren was. Natuurlijk geef ik dan geen cent maar ik vind het wel eens een beetje irritant. Een soortgelijk bord mag ook niet van mijn man. Weet niet waarom. Kennelijk willen ze graag veel geld geven of zo denk ik 😀
Je had best voor dat ziekenhuis mogen geven hoor, dan had ik er nog wat aan gehad hier in Gouda. 😉
Dat schuldgevoel, dat blijft even hardnekkig als de bellers…:-)
Ohh dit is zo herkenbaar…
Oei. Misschien was het Gaston wel. “Goooooooedenavond!”
Dan had ik helemaal niet open gedaan! 😉
Oh ja… Dat doen wij ook wel eens.
Zeker de mensen die komen colporteren, daar heb ik een gruwelijke hekel aan, staan wel eens voor piet-snot aan onze deur. Moeten ze maar niet rond etenstijd langs komen hoor. Dat is heiligschennis haha.