Toen ik vorige maand na de eerste keramiekles weer naar huis wilde wandelen, was het de bedoeling dat ik het aangeschafte pak klei van ca. negen kilo mee zou nemen. Ik zette het pak klei op mijn heup en begon aan de terugweg. Het werd onderweg natuurlijk steeds zwaarder en ik vroeg me af hoe ik dat volgende week zou gaan aanpakken.
Met mijn collega’s besprak ik de volgende dag het ‘probleem’. “Ik wil het liefst lopen”, vertelde ik. “Het kost me namelijk net zoveel tijd om mijn fiets uit de overvolle schuur te halen als om erheen te lopen.”
“Dan neem je toch een boodschappenkarretje mee”, opperde een collega.
Ja zeg, ik zag me daar al lopen met een boodschappenwagentje met klei.
“Ik heb er nog eentje voor je”, voegde ze eraan toe, “rood met witte bloemen”.
Ik sloeg het aanbod af. Er moest een betere oplossing zijn dan met een karretje over straat te gaan …
De volgende dag ging ik met hangende pootjes terug. Mag ik misschien toch dat boodschappenkarretje? Dat rood met witte bloemen klinkt trouwens erger dan het is. Het is eigenlijk wel een heel hip karretje. Thuis stopte ik er het negen kilo wegende pak klei in, maar de tas boog meteen door en het werd lastig ermee te lopen. De volgende les sneed ik ongeveer drie kilo klei af, verpakte het en stopte het in een rugzak. Het was wel te doen zo, maar niet ideaal.
Een andere collega bood me een soort steekwagentje te leen aan, met een langer handvat. Voor de derde les bond ik de kleibox op het karretje en begon aan mijn tripje naar les. Na tien meter en twee stoepjes zat de box al scheef op het karretje. Daarna ratelde het vrolijk achter me aan over de klinkers. Nu merkte ik pas hoeveel putten, bobbels en kuilen er op zo’n woonerf zitten. Kinderen stopten met hun spel en keken me met open mond na. Ik liep een stukje achter een stelletje aan die op een gegeven moment zenuwachtig achterom begonnen te kijken. Een man met een hond keek me verbaasd aan.
“Echt onopvallend is het niet he?”, merkte ik op. De man schudde lachend zijn hoofd. Op de terugweg was het gelukkig al donker, maar ook stil. Het geluid van mijn klossende hakken werd ruimschoots overstemd door de ratelende wieltjes. Met elke meter die ik aflegde voelde ik me ongemakkelijker.
Nu heb ik me toch een goed idee gekregen! Ik denk dat ik mijn schuur eens op ga ruimen, zodat ik bij mijn fiets kan. Dan kan ik die box gewoon achterop binden. 😉
Je kunt ook héél snel kleien, dan is die klei zó op.
Goed idee! 😉