Na mijn fiasco met het buiten boetseren wilde ik al snel weer iets nieuws maken. Dan maar weer mijn serie mollige vrouwtjes uitbreiden, dacht ik. Het boetseren van een dame van kleinere proporties beviel me beter. De klei luisterde braaf en liet zich in een mollige vorm duwen.
Aan de armen heb ik dit keer heel veel tijd besteed. Ik kon er niet vanaf blijven. Ze zijn wat netter en gedetailleerder geworden dan de vorige versies. Deze dame moest een mooie nek krijgen en niet een kort randje waar een rond bolletje op steunt. Al met al lukte het deze keer aardig. Maar net als je zelf wel eens hebt als je voor de kledingkast staat … Wat moest ze aan?
Ik rolde een stuk klei tot een dunne sliert en maakte er een kraag van, datzelfde deed ik ook bij de mouwtjes. Dan blijft altijd nog dat hoofd over. Ik kon er toch niet weer zo’n simpele hoed op zetten? Nu ik toch zo lekker aan het rollen was, rolde ik weer een sliert en ik plantte deze (ook weer) opgerold op haar hoofd. Denk nu niet dat het een rastapet is, zo is ie niet bedoeld. Daarom heb ik er nog wat kleine bolletjes ingeplant zodat het een bloem lijkt op haar achterhoofd. Nu maar hopen dat ze heel blijft in de oven.
Heb jij zelf een oven?
Nee, ik laat het afbakken. Een eigen oven is me iets te duur en bewerkelijk. Daar maak ik nog te weinig (goed) werk voor 😉