Tijdens de cursus Kinderverhalen schrijven kregen we inspirerende opdrachten. De eerste opdracht schreef ik vanuit een knuffelbeest. Niet zomaar een knuffelbeest, maar MIJN knuffelbeest. Ik ga er voor het gemak vanuit dat iedereen vroeger wel een knuffelbeest heeft gehad. Ik heb jarenlang een grote wollen hond in bed gehad die toen ik hem verliet, door het fijnknuffelen twee keer zo dun was geworden.
Ik moet echter iets bekennen … ik heb nog steeds een knuffelbeest. Wel een kleintje hoor, eentje die niet zoveel ruimte inneemt in je koffer als je op vakantie gaat en die makkelijk in een la te stoppen is als de werkster langskomt.
Goed, ik schreef een verhaal vanuit mijn knuffelvis Wotje. Hoe zijn ervaringen met mijn vriend waren. Die vond het af en toe leuk om te shockeren. Dan kwam ik beneden om te eten, lag Wotje op mijn bord met een vork en scherp mes ernaast (als sushi). Of hij hield hem (á la Michael Jackson) uit het raam of over de rand van een balkon. Nee, Wotje heeft het beslist niet makkelijk als knuffel van een volwassene met een jaloerse vriend.
Verder observeerde Wotje hoe ik eens in paniek door de kamer rende omdat de wekker niet was afgegaan en ik een vliegtuig moest halen. Hij was bang dat ik hem zou vergeten, wat natuurlijk niet gebeurde. Op het laatste moment pakte ik hem bij zijn vin en propte hem in een rugzak. In de handbagage mocht hij mee het vliegtuig in. Bij het uitstappen in Malta wilde de douane weten wat ik allemaal in die rugzak had zitten. Na mijn slippers, en een boek kwam Wotje tevoorschijn. Argwanend bekeken de douaniers mijn knuffel en keken toen streng naar mij. Ik was als de dood dat ze ‘m open zouden snijden om te kijken of ik iets smokkelde. Ik grijnzde enigszins gegeneerd en zei “I can’t live without it!”
Haha leuk verhaal en inspirerende foto…..mjammie sushi! 😉